Interessant artikel over effectentaks van Indicator:
Effectentaks: ook als vruchtgebruiker of blote eigenaar?Stel, na een erfenis of schenking van een effectenrekening wordt u mede-eigenaar, vruchtgebruiker of blote eigenaar van zo’n rekening. In welke mate is daar dan de ‘nieuwe’ effectentaks op verschuldigd (als u al een eigen rekening had)?
De nieuwe effectentaks
Wie als natuurlijke persoon effectenrekeningen heeft met een waarde van € 500.000 of meer, moet op het geheel een effectentaks betalen van 0,15% (wet 07.02.2018, BS 09.03.2018) . U moet dus al uw effectenrekeningen ‘samen’ bekijken en nagaan of u aan de drempel komt. Deze drempel geldt ‘per persoon’ en er wordt een gemiddelde van de waarde genomen op 31.12, 31.03, 30.06 en 30.09.
Stuk in onverdeeldheid?
Na erfenis. En typisch voorbeeld van onverdeeldheid treedt (tijdelijk) op na een erfenis. Stel, u en uw zus erven een effectenportefeuille van uw moeder (vader is al overleden) van € 1.000.000. Voor de effectentaks wordt er dan van uitgegaan dat beide kinderen voor 1/2 eigenaar zijn.
Proportionele verdeling weerleggen. Als achteraf zou blijken dat uw aandeel in de effectenportefeuille kleiner is dan € 500.000, dan moet u de effectentaks die door de bank ingehouden werd, terugvragen aan de fiscus. Dat kan bv. het geval zijn als in het testament van uw moeder staat dat u bv. de woning erft én 20% van de effectenportefeuille, terwijl de rest naar uw zus gaat. U zal dan concreet moeten bewijzen wat uw aandeel (en dat van uw zus) in deze effectenportefeuille juist was.
Let op! U moet al uw effectenrekeningen samentellen. Als u een stuk van een effectenrekening geërfd heeft van € 200.000 en u heeft zelf al een effectenrekening van € 350.000, dan zal u 0,15% betalen op € 550.000 (200.000 + 350.000).
Maatschap. Een ander typisch voorbeeld is waar ouders en kinderen in het kader van een successieplanning samen een effectenrekening hebben in een zgn. maatschap. De ouders hebben dan vaak samen 1% en bv. de drie kinderen elk 33%. Ook hier zal men ervan uitgaan dat iedereen 1/5 of 20% heeft, tenzij u het tegendeel bewijst.
Vruchtgebruiker of blote eigenaar?
Na schenking. Na een schenking van een effectenrekening met voorbehoud van vruchtgebruik behoort de rekening toe aan blote eigenaars en vruchtgebruikers. De vruchtgebruikers en de blote eigenaars worden dus ook verondersteld in dezelfde mate eigenaar te zijn van de effectenrekening.
Voorbeeld. Stel, de ouders schenken aan hun enig kind een effectenrekening van € 1.200.000 met voorbehoud van vruchtgebruik. Het vruchtgebruik (dividenden en interesten) zit dan bij de ouders en de blote eigendom bij het kind. De fiscus zal er ook hier van uitgaan dat elke persoon voor 1/3 eigenaar is van de portefeuille (waarde van € 400.000 per persoon). Ook hier kunt u de werkelijke verdeling bewijzen als dat beter uitkomt.
Hoe het tegenbewijs leveren?
De Wet op de effectentaks laat dus toe om het vermoeden van proportionele verdeling te weerleggen (als u zo onder de € 500.000 zakt). U moet dat doen in uw aangifte en u moet de nodige bewijsstukken bijvoegen. Zo kunt u bv. wat u concreet erfde aan de hand van het aanslagbiljet in de erfbelasting bewijzen. Wie vruchtgebruiker is en geen proportionele verdeling wil, kan dat bv. bewijzen aan de hand van de notariële schenkingsakte samen met de burgerrechtelijke omzettingstabellen vruchtgebruik-blote eigendom.
De geërfde of geschonken rekening moet meegeteld worden voor de effectentaks, zij het slechts ‘voor een aandeel’. Men werkt daarbij met een vermoeden van ‘een gelijk aandeel voor iedereen’, maar u kunt het tegendeel aantonen als uw aandeel de facto kleiner zou zijn en u zo onder de € 500.000 zou kunnen zakken.